Uitspugen of doorslikken?..

Loekie hapt in banaan op ansichtkaartIk ben een lastig menneke met eten. Slijmerige oesters, glibberige slakken, ik kan er geen genoeg van krijgen. Maar stop een spruit in m’n mond en ik kots spontaan je damasten tafellaken en gesteven servetten onder.

Het is echt waar. Als ik iets niet lust, dan lust ik het meteen heel érg niet. M’n lijf komt hysterisch in opstand. Spruiten stinken gewoon goor. Net als bloemkool. Zelfs al gooi je er een liter ‘papje’ over.

Bij ander voedsel zeggen mijn hersens dat het iets anders dan eten is. Spinazie bijvoorbeeld. Dat lijkt toch sprekend op groene babypoep? Een potje Olvarit sperzieboontjes heeft de zelfde kleur en is even smeuïg. En truffel ziet eruit als drol. Al vind ik dat dan weer wél heel lekker.

Kluiven en randjes vet
Vlees met een randje vet zal ik nooit eten. Krijg ik per ongeluk vet tussen m’n kiezen, dan is het drama compleet. Ik ben overtuigd dat het precies zo aanvoelt om op een oog te kauwen! En ogen zijn niet om te eten. Die zijn om te kijken.

Kluiven doe ik ook niet. En nee… dat heeft niets met seks te maken. We blijven netjes. Ik kluif gewoon niet op iets waar bot in zit. Dat is knagen aan de knoken van een karkas. Daarom haat ik spareribs.

Ik heb me er 1 keer toe laten verleiden. In een spareribsrestaurant. Natuurlijk vertikte ik het om ze met m’n handen beet te pakken. Ik blijf heer. Dus ik nam keurig mes en vork. Dat is echt geen doen, want je hebt een hamer en een beitel nodig.

Het is zo weinig vlees en zoveel bot dat er niks te snijden valt. Dus ik gebruikte m’n mes als een soort breekijzer om wat vlees los te maken. Schiet ik zo uit dat m’n halve rib wegvliegt. Hij belandt recht op het bord van een vrouw aan de tafel naast me! Ik probeerde de situatie nog te redden door glimlachend te zeggen:
“Ik hoop dat u nog honger heeft.” Ze kon het niet waarderen.

Ballen
Ik ben toch wat onhandig met eten. Ik heb een kleine neiging tot knoeien. Ik neem een bitterbal op een trouwreceptie in een chique villa en brand afgrijselijk m’n gehemelte. Natuurlijk blijf ik cool en gil ik niet. Ik laat wel m’n hele bal uit m’n hand vallen…
En uit m’n mond…
Op een antiek Perzisch tapijt…

Ik heb de situatie enigszins kunnen redden door er met m’n voet op te gaan staan en lichte draaibewegingen te maken. Je zag er haast niets meer van. In het donker.

Barbecueën is leuk, maar waarom krijg je altijd van die slappe witte plastic weggooibordjes? BBQ is in de zomer, dus wat heb je aan?
Wit.
Welke kleur heeft de saté en de saus?
Welke kleur heb ík na een BBQ?…

Uitspugen
Ik laat me niet graag uitnodigen voor een etentje bij mensen thuis. Ik wil niet onbeleefd overkomen als er voor me is gekookt. Het lukt me gewoonweg niet om iets door te slikken als ik het niet lust. Laten we eerlijk zijn, héél erg beleefd staat het niet als je een hap uitspuugt in je servet. En het wordt ronduit beledigend als je halsoverkop, kakend wegvliegt om de inhoud van je maag in de w.c. te lozen.

Straten, vliegtuigen en pionnetjes
Aan m’n opvoeding ligt dat echt niet. Van m’n moeder moest ik altijd alles netjes opeten. Dat was een hel. Ze maakte van m’n bordje geprakte erwten allemaal straten.

De hele plattegrond van Utrecht lag voor me. En ík moest hem opeten. Dit hapje was het huis van oma… dat hapje was het huis van tante Wil… Of ze had een ander trucje. Dan at ik heel Schiphol leeg. Op elke vork vloog er wéér een vliegtuig m’n mond in. Compleet met geluid. Toen wist ik ook meteen dat ik geen vliegtuigen lust.

Op den duur kreeg ik door dat het huis van oma wel heel erg op worteltjes leek. En ieder vliegtuig had verdacht veel weg van rode bietjes. Uiteindelijk trapte ik daar dus niet meer in. Op je 13e word je wijzer.

M’n schoonmoeder heeft ook een regel. Je mag niets uitspugen. Als het in je mond zit, dan slik je het door. Krijg jij daar ook beelden bij? Nee… ik hoor je al weer denken. Niets met seks… Nee, als ik dat hoor dan hoop ik vurig dat ze het níét had over mens-erger-je-niet-pionnetjes! Of was ik het enige kind dat die dingen in z’n mond stak?

Dopen
Aan de andere kant… als ik iets wél lust, dan lust ik het meteen ook heel érg. Alleen zó jammer dat alles wat ik lekker vind zo slecht is. Een frikandel doop ik het liefst in een emmer Remia. Patat moet met dubbele m’naise. Ondanks dat ik dan zover de puntzak in moet dat ik tot aan m’n elleboog onder de vette smurrie zit.

Een sliptong van de grill is heerlijk, maar gebakken in roomboter smaakt ’ie toch echt lekkerder. Bovendien moet vis zwemmen. Niet alleen in de roomboter. Er hoort ook een paar liter wijn bij. Heb ik wel meteen ook fruit binnen. Want wijn is van druiven gemaakt. Wist je dat?

Schimmel en slagroom
Wijn ben ik pas op een wat latere leeftijd lekker gaan vinden. Toen ik erachter kwam dat de druiven niet meer met voeten in een ton plat getrapt werden. Dat vond ik zo’n goor idee. Van die vieze modderige, schimmelvoeten. Laten we er maar vanuit gaan dat ik de schade later heb ingehaald.

Fruit vind ik ook niets. Het enige fruit dat ik lekker vind zijn aardbeien. Maar dan moeten ze wel 24 uur in een laag suiker hebben gestaan. En geserveerd worden met een halve liter vers geklopte slagroom. Liefst met weinig aardbeien. Wat zeg ik? Liefst zónder aardbeien!

Shakes en strandballen
Dus je begrijpt, ik ben eeuwig aan de lijn. Alles probeer ik. Shakes, repen, koolhydraatvrij, koolhydraatarm, soepen, bruin brood, géén brood, noem maar op. En alles helpt!…. Eventjes… Als jojo’s een naam hadden heetten ze Loekie.

Tegenwoordig sport ik. Met tegenzin. En ik let op m’n eten. Met tegenzin. Maar ik doe het wel. Hoe kan ik anders op vakantie als een verblindend Grieks godje door de branding lopen? Voor hetzelfde geld zien ze me aan voor strandbal.

Wat ik in m’n mond stop, slik ik door. Maar alleen dingen die ik lust. Want het wordt pas echt onsmakelijke als je uitspuugt wat je eerst hebt doorgeslikt!