Sinterklaas en zwarte Niet

Sinterklaas en zwarte NietJaaaaaa, ze zijn weer in het land! Sinterklaas en ehhhhh Piet… Nee, wees niet bang, ik ga me níét in die discussie mengen. Die komt me zo langzamerhand mijn fluwelen strotje uit. Sinterklaas is leuk en Piet is geweldig.

Ik vond Sint vroeger een enge man. Ik had bijna koorts van de angst dat ik een liedje voor hem moest zingen. Of blokfluiten! En een handje geven was angstaanjagend. Zijn knokige vingers voelden zo akelig in die witte handschoen.

Zijn knieën zaten ook niet lekker. En wij hadden altijd de hulpsint. Met een teleurstellende gele mantel en mijter in plaats van rood. Hij kwam nooit op een paard of een boot, maar lopend. En bij ieder huis dronk hij een borrel dus hij was zo lazarus dat hij onze namen niet kende. Nu ik er zo eens over nadenk, hadden wij eigenlijk maar een kutsint!

Piet is een held
Maar Piet vond ik geweldig. Dat was mijn held. Piet kon alles. Hij kon dansen, springen, zingen, acrobaten, in bomen klimmen en op daken klauteren. Als ik later groot was, wilde ik zwarte Piet worden. Maar ik kwam er al vroeg achter dat ik hoogtevrees had. Dus in bomen en op daken klimmen werd niks. Plus, ik was net zo lenig als de staf van Sinterklaas dus dat acrobaten was ook geen succes.

De spanning voor Sinterklaas is altijd gebleven. Nu nog. Als hij in het land is word ik zenuwachtig. Maar doordat ik altijd een baken van rust ben heeft niemand dat door. Kleine kinderen zoeken daarom de veiligheid van de kalmte bij me op. En o, o, o, wat is dat dom van ze!

Piet wil naar binnen
Jááááren geleden. Ik zit op sinterklaasavond met een schattig meisje van 3 jaar en 10 maanden op m’n schoot. Allebei bloednerveus voor de komst van de goede man. Met de buurman is afgesproken dat hij op de kamerdeur klopt en een hand pepernoten de kamer in smijt.
Ik zit vlak bij de deur, stervend van spanning….
We horen gerommel in de gang…
Ik kijk richting kamerdeur en het meisje drukt angstig haar hoofdje in mijn nek…
Kéíhard gebonk op de deur!!!
Ik schrik me te pletter en draai met een ruk mijn hoofd om. Récht tegen het schattige kopje van dat kind van 4. Het bloed spúít uit haar neus. Met een rotgang naar het ziekenhuis om het gebroken neusje weer recht te zetten….

Nee hoor, haar neus was niet gebroken en we hoefden ook niet naar het ziekenhuis. Na een minuut of 20 is het bloeden vanzelf gestopt.

Één jaar later…
Het jaar daarop. Het meisje is inmiddels 4 jaar en 10 maanden maar kruipt ondanks alles op mijn schoot voor bescherming. Ik zit op dezelfde stoel, vlakbij de kamerdeur.
Ik hoor geen gerommel in de gang…
Sterker nog, ik hoor niets en volg het gesprek in de kamer. Tot ineens…
Kéíhard gebonk op de deur en bijna gelijktijdig vliegt hij open!!!
Ik schrik met werkelijk kapót. Mijn hart zit zover in mijn keel dat ik hem achter op mijn tong proef. Ik aarzel geen moment en in een reflex smijt ik de deur met al mijn kracht dicht. We horen vreemd genoeg geen knallende deur. Wel wat zielig geratel van op de grond gevallen pepernoten. Daar achteraan de ijzingwekkende schreeuw van de buurman. Even later een auto die met gierende banden de straat op scheurt.

Dat was de buurman. Op weg naar het ziekenhuis. Hij had niets gebroken. Wel 2 gekneusde vingers. Die zaten tussen mijn dicht gegooide deur. En dáár is geen woord van gelogen!

We kunnen er niet omheen
Ik kan er niet omheen. Om die discussie over zwarte Piet. Maar hoe verzin ik in godsnaam iets bij elkaar dat net zo onzinnig is als dat hele gedoe? Oké, ik doen mijn best. Hier komt ‘ie…

Het ziet ernaar uit dat het pro-zwarte Pietkamp de strijd gaat verliezen. Dus zitten we binnenkort met een Sinterklaas en zwarte Niet!

Wat is dan de oplossing?
De meest creatieve oplossingen komen langs. Roetpieten, gekleurde Pieten, helemaal geen Pieten.

Een roetpiet klinkt logisch maar die paar vegen roet zijn natuurlijk onzichtbaar op het gezicht van onze donker gekleurde medelanders. Ik ken heel wat donkere mensen die tot aan dit hele gedoe met veel plezier Zwarte Piet speelden. Mogen die dan geen Piet meer zijn of smeren we die in met een paar vegen zelfrijzend bakmeel? Dan worden zij de pepernootbakpieten. Maar dat schijnt het aller saaiste zwartepietenwerk te zijn dat er bestaat. Net zoiets als gehaktballetjes draaien voor de soep voor heel Nederland.

Het lijkt me een crime om nu kinderen te hebben en dat allemaal uit te leggen. Zo’n roetpiet bijvoorbeeld. Roet van de schoorsteen?… Begin eerst maar eens uit te leggen wat een schoorsteen is. Er is in al die duizenden vierkante kilometers kindvriendelijke nieuwbouwwijk geen schoorsteen meer te vinden. De roetpiet is roetig omdat hij eigenlijk een domme pyromaanpiet is die overal fikkie steekt. Een vreselijk slecht voorbeeld voor de kindertjes van Nederland.

Dát is de oplossing!
Kleurpieten dan. Een rode Piet noem je dan rode Piet, een blauwe is blauwe Piet, geel wordt gele Piet maar hoe noem je in godsnaam een zwarte…? Dat mag niet meer. Doen we net alsof zwart niet meer bestaat? En is dat dan niet heel erg discriminerend?

Pieten in alle kleuren van de regenboog. De regenboog… waar doet me dat dan weer aan denken?… Regenboogvlag, gay-pride, homo’s… Ja hoor, dát wordt het, Sinterklaas en zijn gekleurde Mieten!

Dolletjes
Gunst, ik word er helemaal opgewonden van! Morgen ga ik eerst op pad voor wat leuke glimmende stoffen met pailletten. Want Piet is wel aan een upgrade toe. Die veer is zó 2015. En die pofbroek wordt een skinny. Eentje die lekker tekent in het kruis. Kijk ik ook meteen of ze zijn muiltjes niet met een hakje hebben. Dolletjes!

Hakjes zijn misschien onhandig met klimmen maar ik word toch geen klautermiet. Ik heb hoogtevrees. Ik word ‘grote-boek-vasthoud-miet’. Of strooimiet. Of ik ga zwemmen naast de stoomboot en ik word natte Miet. Lijkt me mieters!

Later als ik groot ben…
Ook leuk voor de ouders als het gezellig avondje is gekomen. Sint komt binnen met 2 huppelende Mieten. Die mogen die ouwe man in een jurk van dienst zijn. De 1 leegt zijn zak en de ander moet zijn grote glimmende staf vasthouden. Dat is de hoofdmiet. En de kinderen maar zingen: “hij komt, hij komt…”

Als kind wilde ik later altijd zwarte Piet worden. Voor kinderen van nu ziet de toekomst er er heel anders uit. Voor hun ouders misschien ook. Papa komt thuis uit de boksschool. Daar is hij rechtstreeks van zijn werk in de bouw naartoe gegaan. Hij neemt zijn kleine jongen op schoot. Hij is nog steeds trots op de moderne stoere naam ze hun zoon hebben gegeven:
“En Beer, word jij later ook stucadoor?”
“Nee papa, later als ik groot ben wordt ik hoofdmiet!…”