Midlife, mannen en motoren

Loekie met man bun, sik en rolschaatsenIk denk dat ik iets mankeer. Ik heb nu een leeftijd dat ik seniel moet worden maar ik heb nog nooit een midlife crisis gehad. Mis ik iets? Een groen blaadje? Een baardje? Een staartje? Een Harley?…

Een relaxte, zonnige zaterdagmiddag op het terras aan een plein. Iedereen staakt verschrikt geanimeerde of romantische gesprekken. Een groepje mannen van middelbare leeftijd komt met donderend lawaai het plein oprijden. Glimmende Harley-Davidsons als gigantische fallussymbolen tussen hun benen en een slap hangend vossenstaartje aan hun sleutelbos. Het trieste symbool van een zoekgeraakt libido.

Ze lijken geen idéé te hebben van het feit dat iedereen zich stoort. Trots kijken ze om zich heen en naar de terrassen. Op hun gezicht een nieuw soort glimlach. Een ‘kijk-mij-ontzettend-stoer-zijn-met-mijn-Harley-met-glimmende-keiharde-gigantisch-grote-pijp’ glimlach’.

Geen druppel
Ze stoppen midden op het plein. Je denkt nog: “Ze zullen wel dorst hebben”. Maar nee hoor, de horeca verdient er geen dubbeltje aan. Nog geen plasje doen ze. Dus de toiletjuffrouw eet droog brood vanavond. Intussen staan ze stil, kijken rond en doen ze alsof ze een gesprek kunnen voeren boven het lawaai van de ronkende motoren uit. Terwijl alle terrassen proberen ze te negeren en elkaar de meest romantische woorden toeschreeuwen.

Oud en onweerstaanbaar
Een natte zaterdagavond in de kroeg. Aan de bar 2 mannen van middelbare leeftijd. Opgeblazen, aangeschoten hoofden en een XXL overhemd dat strak om hun buik spant. Ze hebben het zelfvertrouwen van een pauw terwijl ze de uitstraling hebben van een citroenplant. Zelfs muggen blijven uit de buurt.

Toch flirten ze zonder schroom met mooie jonge meisjes. Overtuigd dat de zweetplekken onder hun oksels en baco-adem onweerstaanbaar zijn. En ondanks 12 afwijzingen bij 11 meisjes houden ze gewoon vol. Met blauwe neuzen van de drank, 12 blauwtjes gelopen. En toch glimmend blijven glunderen. En daarna snel naar de hoeren.

Het is wel een reden waarom een midlife me best lekker lijkt want ik word zelf al onzeker over de kleur van mijn veters.

O, o, o, olie
Misschien heb ik wel kortsluiting in m’n mannelijke gen. Anders had ik nu ook een Harley. Maar ik ben gewoon ontzettend slecht met auto’s en motoren. De eerste keer dat ik de olie in m’n auto bijvulde wist ik niet wat me overkwam. Zo’n klein gaatje, zo diep, onder al die draden…

“Godsamme,” denk ik. “Dat heb ik natuurlijk weer omdat ik een Japanse auto heb gekocht. Die maken alles veel te klein omdat ze van die dunne armpjes en handjes hebben!”
Van een meter hoogte mik ik in een gaatje van 2 centimeter doorsnee. Er vallen plassen olie op straat. Mijn buurjongen komt naast me staan.
“Wat sta jij nou te doen?”
“Olie bijvullen,” zeg ik. “Maar die Japanners denken nergens aan met die kleine klotegaatjes. Ik heb een pipet nodig” Hij lacht me keihard uit.
“Draai die grote dop er eens af…” Dus ik draai aan de bovenkant van een zwart ding een grote dop los. “Daar moet het in gek, je gooit het in het gat van de peilstok!”

Oververhit
Of een keer in de auto naar Zeist. Ik schrik, want het warmtemetertje staat in het rood. Ik ben geen paniekvogel maar ik zie al vlammen, dood en ontploffingen voor me. Ik parkeer dus meteen in de berm. Ik doe de motorkap open en loop om de auto heen alsof ik er verstand van heb.

Ineens zie ik het. De koelvloeistof is op. Helemaal leeg. Geen druppel! Dus ik bel meteen m’n vader. Achteraf is dat wel een beetje belachelijk hulpeloos, bedenk ik me nu. Maar ja, wat moet je dan? Geen verstand van auto’s en een hekel aan vieze handen.

M’n vader komt meteen en ik laat hem zien wat ik ontdekt heb. Ik ben zelfs een beetje trots omdat ik daar helemaal zelf achter ben gekomen. Maar hij staat vol ongeloof met zijn hoofd te schudden.
“Wat is er?” vraag ik.
“Deze bedoel je toch?” Hij wijst naar de doorzichtig plastic tank waar geen druppel koelvloeistof in zit.
“Ja,” zeg ik verontwaardigd, “dat is toch raar dat ‘ie ineens helemaal leeg is zonder dat er een lampje gaat branden in de auto?!”
“Jongen, jongen, jongen…” Hij schudt nogmaals meewarig zijn hoofd. “Dat is je ruitenwisservloeistof…”

Trekken
Ik heb ook een keer een kapotte ruitenwisser gehad. Ook weer geen idéé wat ik daaraan moest doen. Ik reed weken rond met een ruitentrekkertje naast me. Als het regende ging bij ieder rood stoplicht m’n zijraampje even open. Dan kon ik even naar buiten hangen om mijn kant van de voorruit droog te trekken. Uiteindelijk kon ik maar 1 oplossing voor m’n kapotte ruitenwisser bedenken. Ik heb een andere auto gekocht…

Het is dus wel logisch dat ik geen Harley heb. Bovendien zijn die dingen zo breed en hoog dat ik nooit met m’n benen bij de grond kan. En het is zó ontzéttend níét stoer als je omvalt met zo’n ding. Zelfs al zou ik alsnog in een midlife komen, het is dus niets voor mij. Sterker nog, ik vind nog steeds dingen van voor mijn pubertijd leuk! Elastieken, touwtje springen, bordentikkertje, stoepranden, busjekruit, rolschaatsen… Ja rolschaatsten!

Rolschaatsen
Een jaar of 2 geleden hebben mijn man en ik daaraan toegegeven. Rolschaatsen gekocht. Geen inline skates maar van die echte, op 4 wielen. Wel hele stoere natuurlijk want ik ben geen watje. Bovendien was ik ervan overtuigd dat ik meteen allerlei acrobatische trucjes uit kon halen. Ze moesten dus stevig zijn. En ik moet toegeven, wegrijden ging prima. Rondjes draaien ook…

Goddank heeft een stoplicht een paal, want dat is echt de enige manier om stil te komen staan. Eerst rolschaats ik met een rotvaart, tot ik tot mijn ontzetting besef dat ik niet kan stoppen. En het is best een drukke kruising. Ik spreid mijn armen wijd alsof ik in de verte een lang verloren liefde zie staan. Ik bots tegen de paal en klamp me eraan vast als een drenkeling aan een boei in het IJsselmeer. M’n bovenlijf drukt stevig tegen de paal maar de wielen onder mijn voeten denken daar anders over. Die rijden telkens onder me vandaan. Ik glibber op m’n wielen als Bambi op het ijs. Volkomen hulpeloos maar reuze vertederend en mannelijk.

Wat moet je anders?
Maar goed de rechte stukken gaan prima. Vooral op dat lekkere gladde rode asfalt van die nieuwe fietspaden. Maar de óúde fietspaden. Wat een hel! Dat is net klunen. Vréselijk afzien. Nee, ik ben erachter dat oude fietspaden de lol van het rolschaatsen snel wegnemen. Dan heb je maar één oplossing. Stoppen bij het eerste terras dat je tegenkomt en daar lekker aan de wijn.

En dan natuurlijk met rolschaatsen aan je voeten in een taxi…
Naar het volgende terras…
Tot sluitingstijd…
En uiteindelijk in een taxi naar huis. Nog steeds met rolschaatsen aan.
Dus je ziet, ik ben heel sportief maar ook ontzettend verantwoordelijk!

Je weet het nooit…
Ik denk niet dat ik een midlife crisis heb gehad. Maar je weet nooit of ik ‘m alsnog krijg. Zou het niet superleuk zijn als ik hem rond m’n zeventigste kreeg? Als ‘midlife’ midden van je leven betekent, word ik 140. Dan neem ik op mijn zeventigste een groen blaadje, een staartje en een baardje. Maar géén Harley! Dat wordt dan een zwart glimmende scootmobiel met heel veel chroom.

Dan kan ik mooi mijn strakgespannen XXL-overhemd verbergen achter het boodschappenmandje voorop. Mijn rolschaatsen hang ik achterop…. Met een vossenstaartje!